Skip to main content

MiniMed™ Infusiesets
De MiniMed™ Silhouette™, MiniMed™ Quick Set™ en MiniMed™ Sure-T™

My insulin pump attached
Flexibiliteit

MiniMed™ Silhouette™-Infusieset

Deze zachte canuleset kan onder een hoek tussen 20° en 40° en op verschillende diepten worden ingebracht. Dankzij het kleine profiel en de instelbare inbrengdiepte is de Silhouette een goede keus voor magere volwassenen, kinderen, baby's, en tijdens zwangerschap.

Bekijk deze video om te bekijken hoe u de MiniMedTM SilhouetteTM-infusieset moet inbrengen.

Flexibiliteit

MiniMed™ Silhouette™-Infusieset

Deze zachte canuleset kan onder een hoek tussen 20° en 40° en op verschillende diepten worden ingebracht. Dankzij het kleine profiel en de instelbare inbrengdiepte is de Silhouette een goede keus voor magere volwassenen, kinderen, baby's, en tijdens zwangerschap.

Bekijk deze video om te bekijken hoe u de MiniMedTM SilhouetteTM-infusieset moet inbrengen.
  • Zachte teflon canule
  • Variabele inbrenghoek van 20 tot 45°
  • Inbrengen is ook mogelijk met de Sil-SerterTM
  • Alle slangen en reservoirs van de MiniMedTM-infusiesets gebruiken de speciale MiniMedTM connectie; een unieke koppeling voor een zekere aansluiting. Een hoorbare 'klik' geeft aan dat de connectie veilig is
  • Het siliconen membraan sluit het reservoir hermetisch af
  • Succesvol pompgebruik is afhankelijk van goed infusiesetmanagement. Door de infusieset iedere 2 à 3 dagen te vervangen1, blijft de behandeling optimaal effectief en veilig.
  • Succesvol pompgebruik is daarnaast afhankelijk van een goede verzorging en bescherming van de infusieplek. Ga voor meer informatie naar Verzorging van de inbrengplaats.

1 De U.S. Centers for Disease Control and Prevention (CDC – Amerikaanse centra voor ziektepreventie) raden aan de infusieset één keer per 48 à 72 uur te vervangen. Editorial Note (p.405): Centers for Disease Control (CDC). Toxic-shock syndrome in a patient using a continuous subcutaneous insulin infusion pump—Idaho. MMWR Morb Mortal Wkly Rep. 1983;32(31):404-406, 412.

Comfort

MiniMed™ Quick Set™ infusionset

De Quick-Set™ combineert gebruiksgemak met optimaal comfort. Het veelzijdige ontwerp en de inbrenghoek van 90° maakt de Quickset het meest geschikt voor gemiddeld tot wat zwaarder gebouwde kinderen en volwassen.

Bekijk deze video om te bekijken hoe u de MiniMed™ Quick-Set™-infusieset moet inbrengen.

Comfort

MiniMed™ Quick Set™ infusionset

De Quick-Set™ combineert gebruiksgemak met optimaal comfort. Het veelzijdige ontwerp en de inbrenghoek van 90° maakt de Quickset het meest geschikt voor gemiddeld tot wat zwaarder gebouwde kinderen en volwassen.

Bekijk deze video om te bekijken hoe u de MiniMed™ Quick-Set™-infusieset moet inbrengen.
  • Zachte canule met inbrenghoek van 90° voor een consistente inbrengdiepte en optimale insulineopname
  • Comfortabel inbrengen is ook mogelijk met de Quick-SerterTM
  • Gemakkelijk los te koppelen van de inbrengplek
  • Alle slangen en reservoirs van de MiniMedTM-infusiesets gebruiken de speciale MiniMedTM connectie; een unieke koppeling voor een zekere aansluiting. Een hoorbare 'klik' geeft aan dat de connectie veilig is
  • Het siliconen membraan sluit het reservoir hermetisch af
  • Succesvol pompgebruik is afhankelijk van goed infusiesetmanagement. Door de infusieset iedere 2 à 3 dagen te vervangen1, blijft de behandeling optimaal effectief en veilig.
  • Succesvol pompgebruik is daarnaast afhankelijk van een goede verzorging en bescherming van de inbrengplek. Ga voor meer informatie naar Verzorging van de inbrengplaats.

1 De U.S. Centers for Disease Control and Prevention (CDC – Amerikaanse centra voor ziektepreventie) raden aan de infusieset één keer per 48 à 72 uur te vervangen. Editorial Note (p.405): Centers for Disease Control (CDC). Toxic-shock syndrome in a patient using a continuous subcutaneous insulin infusion pump—Idaho. MMWR Morb Mortal Wkly Rep. 1983;32(31):404-406, 412.

Veiligheid

MiniMed™ Sure-T™ infusionset

Dankzij de knikvrije naald en de extra kleeflaag biedt de Sure-T™ extra beveiliging tegen loskoppeling. Deze is geschikt voor kinderen, volwassenen en zwangere vrouwen tot het tweede trimester.

Bekijk deze video om te bekijken hoe u de MiniMed™ Sure-T™-infusieset moet inbrengen.

Veiligheid

MiniMed™ Sure-T™ infusionset

Dankzij de knikvrije naald en de extra kleeflaag biedt de Sure-T™ extra beveiliging tegen loskoppeling. Deze is geschikt voor kinderen, volwassenen en zwangere vrouwen tot het tweede trimester.

Bekijk deze video om te bekijken hoe u de MiniMed™ Sure-T™-infusieset moet inbrengen.
  • Extreem dunne stalen naald
  • Eenvoudig handmatig inbrengen onder een hoek van 90°
  • Loskoppeling op 10 cm afstand van de inbrengplek
  • Alle slangen en reservoirs van de MiniMedTM-infusiesets gebruiken de speciale MiniMedTM connectie; een unieke koppeling voor een zekere aansluiting. Een hoorbare 'klik' geeft aan dat de connectie veilig is
  • Het siliconen membraan sluit het reservoir hermetisch af
  • Succesvol pompgebruik is afhankelijk van goed infusiesetmanagement. Door de infusieset iedere 1 à 2 dagen te vervangen1, blijft de behandeling optimaal effectief en veilig.
  • Succesvol pompgebruik is daarnaast afhankelijk van een goede verzorging en bescherming van de inbrengplek. Ga voor meer informatie naar Verzorging van de inbrengplaats.

1 De U.S. Centers for Disease Control and Prevention (CDC – Amerikaanse centra voor ziektepreventie) raden aan de infusieset één keer per 48 à 72 uur te vervangen. Editorial Note (p.405): Centers for Disease Control (CDC). Toxic-shock syndrome in a patient using a continuous subcutaneous insulin infusion pump—Idaho. MMWR Morb Mortal Wkly Rep. 1983;32(31):404-406, 412.

Een lijst van alle indicaties, contra-indicaties, voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen en potentiële bijwerkingen vindt u in de Gebruikersinstructies.

Deze informatie is geen vervanging voor de Gebruikersinstructies.

Inbrengplaatsen voor de sensor en infusieset dienen afgewisseld te worden, telkens als u de infusieset of glucosesensor vervangt. Op deze manier zorgt u ervoor dat het huidweefsel gezond blijft en dat vorige inbrengplaatsen volledig genezen zijn alvorens u deze opnieuw gebruikt.

Elke 2 tot 3 dagen vervangen

Vervang uw set Gebruik elke infusieset maximaal 2 – 3 dagen* voor een betere controle en een gezonde huid.*
Vervang uw reservoir Verwissel uw reservoir volgens het advies van uw insulineleverancier.
TIP: vul uw reservoir met de hoeveelheid insuline die u voor 3 dagen nodig heeft of met de voorgeschreven hoeveelheid door uw behandelend arts.
Wisselen van inbrengplaats Wissel uw infusiesetinbrengplaats iedere keer af als u uw infusieset en reservoir verwisselt (roteermethode).
Onthoud, het controleren van uw glucosewaarden wordt lastiger gedurende de tijd als u de insuline rondom dezelfde inbrengplaats toedient.
Controleer uw bloedglucosewaarden (BG) Controleer uw bloedglucosewaarden 2 tot 3 uur nadat u uw infusieset verwisseld heeft. Dit is de enige manier om te bevestigen dat uw infusieset juist ingebracht is en dat u insuline toegediend krijgt.

*Thethi TK, Rao A, Kawji H, et al. Consequences of delayed pump infusion line change in patients with type 1 diabetes mellitus treated with continuous subcutaneus insulin infusion. Journal of Diabetes and Its Complications. March 2010 (Vol. 24, Issue 2, Pages 73-78).

De onderstaande afbeelding geeft de meest geschikte inbrengplaatsen voor de infusieset weer (gearceerd). Werk samen met uw zorgverlener om de beste inbrengplaats voor u vast te stellen.

Insertion Site

Breng de infusieset niet in:

  • In een cirkel van 5 cm rondom uw navel
  • Waar uw lichaam van nature vaak buigt
  • Op plaatsen waar kleding irritaties kan veroorzaken (bijvoorbeeld uw taillelijn)
  • Op plekken waar u littekens, verhard weefsel of huidstriemen hebt

Uw infusieset dient zich te bevinden op minstens:

  • 5 cm van uw sensorinbrengplaats
  • 5 cm van uw navel
  • 7,5 cm van de vorige inbrengplaats

 

Richtlijnen voor wisselen van inbrengplaats

De onderstaande afbeeldingen helpen u de inbrengplaatsen op een georganiseerde manier af te wisselen. Maak voor de beste resultaten gebruik van beide methodes, waarbij u deze afwisselt.

"Met de klok mee" wisselen

insulin pump clock rotation

""M"- of "W"-wisselmethode

insulin pump clock rotation

  • Scheer de inbrengplaats regelmatig.
  • Probeer dode huidcellen te verwijderen door te scrubben, met een borstel of een washandje met zeep. Reinig de plek daarna met water en vervolgens met een alcoholdoekje.
  • Houd de huid strak gespannen alvorens u een voorbereidingsdoekje of tape gebruikt.
  • Nadat u de tape hebt aangebracht, gaat u met een vingernagel over de randjes van de tap om ervoor te zorgen dat deze goed aan uw huid plakken.
  • Plaats de infusieset of sensor niet op een plek in uw taille, de tape kan dan gaan schuren en loslaten.
  • Vermijd het gebruik van lotions op de plekken waar u de tape gaat aanbrengen. Tape blijft niet goed zitten op plekken waar lotion is gebruikt

Basismethode

  1. Probeer het wisselen van inbrengplaats rond het douchen te plannen, zodat u de plek goed kunt schoonmaken. Alvorens u gaat douche, verwijdert u de oude infusieset. U kunt de kleefresten verwijderen met een stickerverwijderaar als de huid plakt. Was deze plek onder de douche met zeep.
  2. Als het wisselen van inbrengplaats niet rond het douchen plaatsvindt, was uw handen dan goed met water en zeep. Doe hetzelfde met de plek waar u uw infusieset wilt inbrengen.
  3. Desinfecteer de huid met isopropylalcohol of een alcoholdoekje.
  4. Laat de huid goed drogen alvorens u de infusieset of de pleister aanbrengt.
  5. Veeg met een voorbereidingsdoekje rondom de inbrengplaats, zodat dit gebied plakkerig wordt.
  6. Raak de infusieset zo min mogelijk aan met de pleister, om te voorkomen dat er huidolie op komt.
  7. Breng uw infusieset aan conform het proces en de technieken van uw zorgverlener.
  8. Op dagen dat u erg actief bent, veel zweet of gaat zwemmen, bedekt u de plek met extra tape.
  9. U kunt in de hoeken extra tape gebruiken om te voorkomen dat deze gaat krullen en om te voorkomen dat de volledige infusieset eruit komt.
  10. Controleer de infusieset regelmatig om u ervan te verzekeren dat de katheter aan de zijkant niet trekt en de pleister zo extra belast.
  11. Als u problemen hebt met de pleister, probeert u een andere plek.